Categorieën

Content pagina's / Header / Aripiprazol bijsluiter

BIJSLUITER LOW DOSE  ARIPIPRAZOL 0,25 mg, 1 mg en 2 mg capsules.

Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.
  • Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
  • Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
  • Krijgt u last van een van de bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
  • De bijsluiter is beschreven op basis gegevens bekend van aripiprazol doseringen van 10 mg en hoger. De verwachting is dat dit minder zal spelen bij de low dose aripiprazol doseringen, maar dit is niet uit te sluiten. Bij twijfel altijd contact opnemen met uw voorschrijver.

Wat is Aripiprazol en waarvoor wordt dit geneesmiddel gebruikt? 
  • Aripiprazol behoort tot atypische antipsychotica. Het vermindert in de hersenen het effect van natuurlijk voorkomende stoffen, voornamelijk dopamine. Hierdoor verminderen onder andere psychosen. Aripiprazol werkt partieel agonistisch op de D2- en 5-HT1A-receptoren en antagonistisch op de 5-HT2A-receptoren. Het heeft geen anticholinerg en enig antihistaminerg effect.
  • Aripiprazol remt wanen, hallucinaties en tics.
  • Bij psychoses, zoals bij schizofrenie, en bij manie. Soms ook bij onrust, depressiviteit en tics.
  • Het werkt binnen enkele uren en ongeveer een dag lang.
  • De capsules innemen met een half glas water.
  • Bij schizofrenie, ernstige onrust of tics is het gebruik meestal meerdere jaren.
  • Bij een manie of bij psychoses door depressiviteit, is het gebruik meestal tijdens de manische of psychotische periode.
  • Bijwerkingen die kunnen voorkomen: een gevoel van leegte rusteloosheid, hoofdpijn, seksuele stoornissen en maagdarmklachten. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.
  • U kunt last krijgen van bewegingsstoornissen, zoals spiertrekkingen, stijve spieren en niet stil kunnen zitten. Raadpleeg dan uw arts.
  • U kunt wazig gaan zien of suf, slaperig of duizelig worden. Rijd de eerste paar dagen geen auto en daarna niet zolang u last blijft houden van deze bijwerkingen. Pas op met alcohol. Dit kan u nog suffer maken.
  • Gebruikt u aripiprazol al een paar weken? Stop dan niet in een keer. Bouw het langzaam af in overleg met uw arts of apotheker.
  • Bent u zwanger? Of wilt u zwanger worden? Vraag aan uw arts of u dit medicijn mag gebruiken.
  • Geeft u borstvoeding? Of wilt u borstvoeding geven? Vraag aan uw arts of u dit medicijn mag gebruiken. Dit medicijn komt in de moedermelk en dat kan slecht zijn voor de baby.

Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken? 
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel (zie verder)

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit geneesmiddel?
  •  Als u epilepsie heeft. Dit geneesmiddel kan een aanval uitlokken. 
  • Als u suikerziekte heeft.
  •  Als u het syndroom van Sjögren heeft. Uw klachten kunnen verergeren. 
  • Als u een vergrote prostaat heeft.
  •  Als u een leveraandoening heeft. 
  • Als u een te hoog vetgehalte in uw bloed heeft. 
  • Als u de ziekte van Parkinson heeft. Uw klachten kunnen verergeren. 
  • Als u een hart- of vaataandoening heeft of een familiegeschiedenis van hart- of vaataandoeningen. 
  • Als u een beroerte of TIA heeft doorgemaakt. 
  • Als u een abnormale bloeddruk heeft. 
  • Als u bloedpropvorming heeft of een familiegeschiedenis van bloedpropvorming. 
  • Als u onvrijwillige, onregelmatige spiertrekkingen, met name in het gezicht, heeft. 
  • Als u gedachten of gevoelens heeft om u zelf wat aan te doen.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
 Ben je jonger dan 13 jaar dan mag je dit geneesmiddel niet gebruiken voor de behandeling van manische episodes. Dit geneesmiddel is alleen geschikt voor jongeren tussen de 13-17 jaar met deze aandoening. Bij doses van meer dan 10 mg per dag is er een grotere kans op het ontstaan van bijwerkingen.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast ARIPIPRAZOL 0,25mg 1 mg of 2 mg capsules  nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden nog gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen of voedingssupplementen die u zonder voorschrift kunt kopen. Een wisselwerking kan optreden met de volgende geneesmiddelen: 
  • Andere geneesmiddelen die het reactievermogen verminderen. De effecten op het reactievermogen worden versterkt. 
  • Geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson werken minder goed en de klachten kunnen verergeren. 
  • Enkele geneesmiddelen tegen een HIV infectie zoals atazanavir, lopinavir, nelfinavir, ritonavir, saquinavir en fosamprenavir versterken het effect van Aripiprazol. Hierdoor is er een grotere kans op het optreden van bijwerkingen. 
  • Enkele geneesmiddelen tegen epilepsie zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital en geneesmiddelen tegen tuberculose zoals rifampicine en rifabutine verminderen de werking van Aripiprazol. Raadpleeg in deze gevallen uw arts of apotheker. 

Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Door dit medicijn reageert u veel sterker op alcohol dan u gewend bent. Wees daarom voorzichtig met alcohol in de periode dat u dit geneesmiddel gebruikt. 

Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. 

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel kan de rijvaardigheid of de bekwaamheid om machines te bedienen beïnvloeden. U mag niet deelnemen aan het verkeer en machines bedienen tijdens de eerste week dat u dit geneesmiddel gebruikt. Doe dit ook niet als u na de eerste week nog bijwerkingen als slaperigheid, duizeligheid of sufheid ervaart.

ARIPIPRAZOL 0,25 mg, 1 mg en 2 mg capsules bevatten lactose Als uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. 

Hoe gebruikt u dit geneesmiddel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. 

Wijze van innemen
 Neem ARIPIPRAZOL 0,25 mg, 1 mg en 2 mg capsules tijdens of net na een maaltijd of met wat voedsel in. U vermindert daarmee de kans op maagklachten.

Heeft u te veel van dit geneesmiddel gebruikt? 
Als u teveel ARIPIPRAZOL 0,25 mg, 1 mg en 2 mg capsules heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of apotheker Bent u vergeten dit geneesmiddel te gebruiken? Als u een dosis bent vergeten te gebruiken, neem de dosis alsnog zo snel mogelijk in. Als het bijna tijd is voor de volgende dosis, sla dan de gemiste dosis over en ga verder met uw normale doseringsschema. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

Als u stopt met het gebruik van dit geneesmiddel
Overleg altijd met uw arts, als u eerder wilt stoppen met dit geneesmiddel dan wat de arts heeft aangegeven. Wanneer de behandeling met ARIPIPRAZOL 0,25 mg, 1 mg of 2 mg capsules voortijdig wordt gestaakt, kunnen de oorspronkelijke klachten terugkeren of ontwenningsverschijnselen ontstaan. Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. 

Mogelijke bijwerkingen 
Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.
Er bestaan veel verschillende soorten antipsychotica. Deze hebben wel dezelfde werking, maar verschillende bijwerkingen. Raadpleeg uw arts als u teveel last heeft van bijwerkingen. Mogelijk is een ander antipsychoticum geschikter voor u.
De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
  • Afvlakking van het gevoelsleven, verlies van initiatief en activiteit, gevoel opgesloten te zitten en een gevoel van leegte.
  • Bewegingsstoornissen. De bijwerkingen kunnen lijken op de verschijnselen van de ziekte van Parkinson: stijve spieren, beven, moeite met lopen of praten, rusteloosheid en plotselinge spiertrekkingen. Ouderen, mensen met de ziekte van Parkinson en mensen die al bewegingsstoornissen hebben zijn extra gevoelig voor deze bijwerking. Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts. Als u dit medicijn langdurig gebruikt, kunt u zeer zelden een ander soort bewegingsstoornissen krijgen die lijken op tics. Zoals vreemde bewegingen van tong en mond, zoals smakken, zuigen of kauwen, en vreemde gezichtsuitdrukkingen. Verder buigen en strekken van vingers en tenen, zwaai- en draaibewegingen van schouders en bekken.
 
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
  • Hoofdpijn, slapeloosheid en depressie
  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, brandend maagzuur en buikpijn
  • Verstopping (obstipatie)
  • Kwijlen, vooral tijdens de slaap
  • Droge ogen, wazig zien en zeer zelden dubbelzien en lichtschuwheid. Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen.
  • Zwak gevoel
  • Sufheid, slaperigheid, duizeligheid en vermindering van het reactie-, concentratie- en coördinatievermogen
  • Problemen met vrijen. Bij mannen: moeilijker krijgen van een erectie. Bij vrouwen: moeilijker krijgen van een orgasme. Zeer zelden bij mannen en vrouwen: meer zin om te vrijen.
  • Gewichtstoename of juist gewichtsafname
  •  Plasproblemen, zoals urineverlies, maar ook moeite krijgen met plassen of om de blaas helemaal leeg te maken.
  • Te snelle hartslag en zeer zelden hartkloppingen
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
  • Een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het verlengde QT-interval. Gebruik dit middel NIET als u deze hartritmestoornis heeft.
  • Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel
  • Maligne neurolepticasyndroom. Dit is te merken aan onverklaarbare koorts, zeer stijve spieren, sufheid, hartkloppingen en ernstig zweten.
  • Rusteloze benen
  • Bloedstolsels in de bloedbaan (trombose). Dit vergroot de kans op vaataandoeningen, zoals een trombosebeen of beroerte. De verschijnselen van trombose kunnen zijn pijnlijke zwelling van het been of plotselinge kortademigheid. Neem bij deze verschijnselen meteen contact op met uw arts. Mensen die al eerder trombose hebben gehad of die medicijnen gebruiken tegen trombose hebben hier meer kans op. Dit kunt u herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been, zelden aan plotseling optredende kortademigheid, soms met pijn of het ophoesten van bloed. Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts, of ga meteen naar de Eerste-Hulpdienst.
  • Bij mensen met epilepsie kan een aanval worden uitgelokt.
  • Teveel cholesterol en andere vetten in het bloed
  • Slikproblemen
  • Leveraandoeningen. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan een arts.
  • Haaruitval en overgevoeligheid voor zonlicht
  • Bloedafwijkingen. Als u ononverklaarbare koorts, keelpijn of blaasjes in de mond en keel, plotselinge blauwe plekken of neusbloedingen krijgt, kan dat duiden op bloedafwijkingen. Waarschuw dan uw arts.
  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan galbulten of jeuk. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. In zeldzame gevallen ontstaat angio-oedeem: een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Ook kan een ernstige overgevoeligheidsreactie optreden met koorts, gezwollen lymfeklieren en huiduitslag. Als dit gebeurt, moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan.

Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.

U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlandse Bijwerkingen Centrum Lareb (www.lareb.nl). Het melden van bijwerkingen draagt bij aan de veiligheid van geneesmiddelen.

 Hoe bewaart u dit geneesmiddel? 
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u moet doen met geneesmiddelen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht. 

Welke stoffen zitten er in dit geneesmiddel?
  • De werkzame stof in dit geneesmiddel is Aripiprazol.
  • De andere stoffen in dit geneesmiddel zijn maïszetmeel, lactose monohydraat, magnesiumstearaat, , microkristallijne cellulose, hyprolose en ferrioxiderood.


 



Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Deze website gebruikt cookies om het bezoek te meten, we slaan geen persoonlijke gegevens op.